Aan de slag met de energietransitie: zes tips van Steven Van Esser
Hier deelt hij zes praktische tips voor zij die de energietransitie willen aangaan, zonder te verdwalen in de complexiteit.
1. Staar je niet blind op de regels: denk pragmatisch en vanuit je eigen realiteit
Wetgeving, normen en rapporteringsverplichtingen: ze zijn er, en ze zijn belangrijk. Maar ze mogen de start van je traject niet belemmeren. Volgens Steven kijken lokale besturen zich vandaag vaak blind op regelgeving, waardoor de plannen blijven liggen. “We moeten af van het idee dat je eerst alles moet weten of plannen tot in de puntjes moet uitwerken. Wie blijft wachten, geraakt niet vooruit”, zegt hij.
In plaats van te streven naar perfectie, is het verstandiger om te vertrekken vanuit de praktijk: waar zitten vandaag je grootste energieverliezen? Welke gebouwen vragen het meeste onderhoud? Wat leeft er bij je medewerkers? Zo’n insteek maakt het verhaal niet alleen werkbaarder, maar verhoogt ook het draagvlak binnen de organisatie.
2. Zet in op flexibiliteit en slimme combinaties
Een gebouw hoeft niet voor één functie gebouwd of behouden te worden. Net zoals medewerkers vaak meerdere rollen combineren, moeten ook patrimonium en teams flexibel ingezet kunnen worden. “Multi-inzetbaarheid is essentieel als je middelen beperkt zijn. Een gebouw dat overdag dienstdoet als vergaderzaal en ‘s avonds voor jeugdwerking, is veel efficiënter benut”, licht Steven toe.
Die kruisbestuiving geldt overigens ook voor teams: de technische dienst, de duurzaamheidscel en de beleidsmakers moeten niet naast elkaar werken, maar mét elkaar. Door bruggen te bouwen tussen diensten creëer je inzicht, samenwerking en een duurzamer totaalverhaal.
3. Maak duidelijke keuzes: focus op impact, niet op volledigheid
De verleiding is groot om het volledige patrimonium in kaart te brengen en te willen aanpakken. Maar dat lijkt vaak tot verlamming. “In Hasselt bleek dat 10% van de gebouwen verantwoordelijk was voor 80% van de uitstoot”, vertelt Steven. “Door daarop te focussen, konden we snel resultaat boeken”.
Door je middelen en aandacht dus te richten op de gebouwen met het grootste energieverbruik of de grootste strategische waarde, verhoog je je slagkracht. Bovendien laat deze aanpak toe om ervaring op te doen en dat succesverhaal nadien breder te vertalen.
4. Betrek mensen van bij het begin, doorheen de hele organisatie
Steven waarschuwt voor een veelgemaakte fout: een energiebeleid dat enkel leeft binnen de technische of duurzaamheidsdienst. Voor échte verandering is breed gedragen betrokkenheid echter nodig, zowel horizontaal als verticaal. “Niet top-down, maar doorheen de organisatie. Van poetsdienst tot gebouwbeheerder, van financieel directeur tot schepen: iedereen moet zich mee eigenaar voelen”, benadrukt hij.
Laat medewerkers dus mee nadenken over wat werkt, waar knelpunten zitten, en hoe het anders kan. Zo ontstaat ambassadeurschap, en wordt de energietransitie niet ‘iets extra’, maar deel van het dagelijkse werk.
5. Beschouw het als leertraject, niet als eenmalig project
Veel besturen zijn bang om fouten te maken. En dat is niet onlogisch. Maar de realiteit is: niet alles lukt in één keer. En dat hoeft ook niet. “Het proces is minstens even belangrijk als het resultaat. Door te starten, leer je. Door te proberen, ontdek je wat werkt”, aldus Steven.
Bovendien bouw je interne kennis op. Die kennisborging is cruciaal: het maakt je organisatie weerbaarder en sterker, ook in de volgende legislatuur.
6. Denk in functies, niet in gebouwen
De grootste energiewinsten boek je niet per se door gebouwen te isoleren, maar door je patrimonium fundamenteel in vraag te durven stellen. Is elk gebouw nog nodig? Sluit de functie ervan nog aan bij de behoeften van ons lokaal bestuur van vandaag? “Te vaak vertrekken we vanuit de gebouwen. Maar eigenlijk moet je je eerst afvragen: waarvoor hebben we dit gebouw nodig? En past het nog bij hoe we als stad of gemeente willen werken?”, zegt Steven.
Door vanuit functionaliteit te denken - eerder dan vanuit behoud - vermijd je onnodige renovaties of investeringen. Misschien volstaat een andere invulling of een gedeelde locatie. Dat is vaak goedkoper, energie-efficiënter én maatschappelijk relevanter.
- 13/11/2025 - 13:39 Sanitair
13/11/2025 - 13:39Toiletangst ontstaat vaak op school