De metamorfose van de speelplaats: van betonvlakte naar biodivers leerparadijs
Van stenen vlakte tot watervallei
Bij kleuter- en basisschool Biekorfje in Aalbeke transformeerde een saaie, volledig verharde speelplaats in een groene vallei vol leven. Zeshonderdduizend euro werd geïnvesteerd in een toekomstbestendige inrichting met wadi’s, kanaaltjes, rotsblokken en buitenklassen. Waar regenwater vroeger de kelder instroomde, wordt het nu opgevangen en geïnfiltreerd in de bodem. Het terrein, bijna zo groot als een voetbalveld, biedt vandaag zones voor natuurbeleving, onderwijs en spel.
Het project versterkt tegelijk de sociale dynamiek: de visuele openheid van vroeger maakte plaats voor afgebakende, rustiger hoekjes die conflicten verminderen en samenwerking stimuleren. Dankzij tal van subsidies en lokale acties kon de school haar droom waarmaken. Bovendien krijgt de buurt mee toegang: bewoners, het lokale rusthuis en jeugdbewegingen gebruiken de ruimte nu als parkfunctie in het dorpsweefsel.

Waar regenwater vroeger de kelder instroomde, wordt het nu opgevangen en geïnfiltreerd in de bodem
Groene pioniers en leertrajecten
In Herent behoort basisschool De Bijenkorf tot de voorlopers van ‘groene’ speelplaatsen. Al acht jaar geleden werd er onthard, met een speelheuvel, wilgenhut, bosjes en een amfitheater gemaakt van gerecupereerde betontegels. De groene omvorming betekende niet alleen een doorbraak in speelkwaliteit, maar bracht ook nieuwe verantwoordelijkheden met zich mee.
Een natuurspeelplaats vraagt immers voortdurend onderhoud. Erosie, modder en heraangevoerd schorsmateriaal maken deel uit van het ritme van de seizoenen. Toch weegt dat niet op tegen de voordelen. De school leerde gaandeweg omgaan met regelgeving, veiligheidseisen en natuurlijke slijtage, zonder haar uitgangspunt – een écht levende speelomgeving – op te geven. Intussen is ‘buiten spelen in laarzen en binnen met pantoffels’ een vanzelfsprekende praktijk geworden.

In Herent behoort basisschool De Bijenkorf tot de voorlopers van ‘groene’ speelplaatsen
Ook voor het secundair
Dat vergroenen niet beperkt blijft tot basisscholen, bewijst het Sint-Pietersinstituut in Turnhout. Op de vroegere kale vlakte kwam een verfijnd landschap van wadi’s, struiken en inheemse bomen. Drie regenputten van telkens 100.000 liter zorgen ervoor dat geen druppel verloren gaat – water wordt hergebruikt voor sanitair of geïnfiltreerd via de bodem.
Architecturaal en pedagogisch sluit de herinrichting mooi aan bij het stedelijke schoolconcept. Tieners vinden nu schaduwrijke plekjes om zich even terug te trekken, terwijl de jongere leerlingen vrij en zorgeloos kunnen bewegen. De grens tussen basis en secundair onderwijs vervaagde letterlijk: beide leeftijden delen dezelfde groene campus. Zelfs sceptische stemmen verdwenen toen bleek dat modder en onderhoud goed beheersbaar blijven en het geheel een ongeziene meerwaarde voor welzijn en sfeer opleverde.

Het Sint-Pietersinstituut in Turnhout bewijst dat vergroenen niet beperkt blijft tot basisscholen
Leren van pioniers
Of het nu gaat om een dorpsschool, een stedelijke basisschool of een groot secundair complex: overal blijkt dat de vergroening van speelplaatsen veel verder gaat dan esthetiek. Het gaat om bewust ruimtegebruik, klimaatbestendigheid en welzijn. Groen zorgt voor verkoeling, vertraagt regenwaterafvoer en biedt natuurlijke leeromgevingen waar kinderen zich sociaal, creatief en cognitief ontwikkelen.
Wat begon als pionierswerk groeit ondertussen uit tot een volwaardige bouwopgave binnen hedendaagse scholenbouw: de speelplaats als verlengstuk van het leer- en leefklimaat. Architecten, besturen en lokale overheden vinden elkaar steeds vaker in die overtuiging. De tijd van betonnen speelplaatsen lijkt dan ook definitief voorbij – in Vlaanderen groeit een generatie op tussen gras, schors en stromend water.
Bron: Het Nieuwsblad