Sint-Martens-Latem kiest voor een goede infrastructuur voor iedereen
“Er zijn twee heel concrete projecten waar we nu werk van maken”, opent Pieter Vanderheyden ons gesprek. “Het belangrijkste is de bouw van een volledig nieuwe gemeenteschool. Die start is gepland voor de zomer van 2026. Het huidige gebouw wordt daarbij tot de grond afgebroken en vervangen door een volledig nieuwbouwproject. Het ontwerp is gerealiseerd door het Gentse architectenbureau Compagnie O en beantwoordt aan onze visie om volop in te zetten op moderne onderwijsconcepten. Ik denk bijvoorbeeld aan open ruimtes voor het vijfde en zesde leerjaar, die flexibel kunnen worden gebruikt voor groepswerk of zelfstudie. Daarnaast zijn duurzaamheid en innovatieve technische installaties bepalend voor dit project.”
Kunt u iets meer vertellen over uw visie op die ‘moderne onderwijsconcepten’? Spreken we hier van een soort 'nieuwe generatieschool'?
“Centraal staat dat het ontwerp ‘onderwijsruimte’ écht moet afgestemd zin op hedendaags pedagogisch werken. Dat concretiseert zich in grotere, moduleerbare lokalen, groepsruimtes en een refter die ook kan dienstdoen voor muziek- en cultuurevenementen. Dit is een bewuste 'ontschotting' van het klassieke klaslokaal. We trekken het verder door de integratie van de muziekschool in het project: kinderen kunnen opleidingen volgen naast de 'core' lessen, in een allesomvattende, kindgerichte omgeving. Het is bovendien een uithangbord qua architectuur, want we willen dat het gebouw het DNA van onze gemeente weerspiegelt: kwaliteit, openheid en verbondenheid met de gemeenschap.”
De nieuwe gemeenteschool wordt een multifunctioneel knooppunt
Hoe wordt het project gefinancierd?
“Het budget bedraagt ruim 8 miljoen euro, waarvan 50% gesubsidieerd wordt. De overige middelen financieren we zelf, wat voor een gemeente van 8.300 inwoners een aanzienlijke investering is. Vaak wordt gedacht dat Sint-Martens-Latem een rijke gemeente is, maar in werkelijkheid zijn het vooral onze inwoners die vermogend zijn. Het gemeentebudget is en blijft eerder beperkt en moet zorgvuldig worden beheerd. Ons totale investeringsbudget voor deze legislatuur bedraagt zo’n 15 tot 16 miljoen euro, dus de school vormt een aanzienlijk aandeel.
We hoorden dat de site van de school een multifunctioneel knooppunt wordt, klopt dat?
“Absoluut. De schoolsite wordt strategisch uitgebreid, onder andere door de aanleg van een veilige en groene trage weg en meer verbindingen tussen de bibliotheek, de refter, klassen, muziekschool, en sporthal. Er is nadrukkelijk gekozen voor multifunctionaliteit: de ruimtes worden buiten de schooluren toegankelijk voor buurtbewoners, jeugdverenigingen en de muziekacademie, én natuurlijk voor het verenigingsleven. Op die manier creëren we maximale maatschappelijke meerwaarde.”
Voor zowel voetbal als tennis geldt dat we publiek-private samenwerkingen (PPS) opzetten: de sportclubs nemen het bouwheerschap waar, de gemeente participeert financieel
Ook op sportief vlak zijn er ambitieuze plannen. Over welke sportvoorzieningen hebben we het hier concreet?
“Er staat een omvangrijke renovatie en uitbreiding van de huidige sporthal op stapel. De oude conciërgewoning wordt mogelijks omgebouwd of vervangen, na een studie naar de noden van de gemeenschap. Concrete investeringen zijn voorzien voor een nieuwe keuken, sportvloer en tribune. Daarbovenop vernieuwen we het oude kunstgrasveld, dat na veertien jaar aan hernieuwing toe is. Voor tennis leggen we drie nieuwe kunstgrasvelden aan, samen met een sportief clubhuis. Voor zowel voetbal als tennis geldt dat we publiek-private samenwerkingen (PPS) opzetten: de sportclubs nemen het bouwheerschap waar, de gemeente participeert financieel. Dit model stimuleert enerzijds eigen verantwoordelijkheid bij de clubs en ontlast anderzijds het gemeentelijk apparaat.”
De vernieuwing van de sporthal hangt samen met een eveneens nieuw gemeenschapscentrum. Hoe worden de noden van de diverse gemeenschappen daarin meegenomen?
“We betrekken lokale verenigingen maximaal bij de ontwerpen van de sporthal en het nieuwe gemeenschapscentrum dat in de plaats komt van het vroegere zwembadcomplex, beter bekend als de ‘Oase’. Middels een behoeftenonderzoek brengen we hun wensen in kaart—denk aan mogelijkheden voor repetities, prijsuitreikingen of lezingen. De totale investering voor sporthal en gemeenschapscentrum bedraagt samen circa 4 miljoen euro, waarvan de verdeling preciezer zal worden vastgelegd op basis van de uitkomst van het onderzoek. Ook qua mobiliteit en bereikbaarheid zijn er ingrepen: rond de sportsite en het nieuwe schoolgebouw leggen we nieuwe, veilige wandel- en fietspaden en meer groen aan.”
Hhet nieuwe gemeenschapscentrum komt in de plaats van het vroegere zwembadcomplex, beter bekend als de ‘Oase’
Welke projecten staan verder nog op stapel?
“Twee jaar geleden organiseerden we een ontwerpwedstrijd voor zowel de gemeenteschool als de vernieuwbouw van ‘De Vierschaar’, een verouderde zaal en cultureel centrum in onze deelgemeente Deurle. Het gebouw fungeert als locatie voor feesten, voorstellingen, voordrachten en diverse activiteiten van verenigingen en inwoners. Architectenbureaus presenteerden destijds hun voorstellen, maar geen van de schetsontwerpen werd door de jury goedgekeurd. De gemeente besloot dan ook de opdracht niet te gunnen aan een van de kandidaten. Nu is het de bedoeling dat te herstarten met een hertekening van het eisenprogramma, deze keer realistischer en met meer ruimte voor multifunctioneel gebruik. Dat kan bijvoorbeeld een compacte, polyvalente zaal voor lezingen, kleine concerten en prijsuitreikingen zijn.”
Zijn er buiten de grote projecten nog relevante kleinschalige investeringen?
“Zeker, we zitten niet stil. De oude pastorie in Latem bijvoorbeeld wordt omgebouwd tot kinderopvang, en het vroegere gemeentehuis Villa Juliana in Deurle ondergaat momenteel een renovatie van het interieur, zodat het straks als kunst- en erfgoedhuis kan dienstdoen. Onze inzet blijft steeds dezelfde: een goede infrastructuur toegankelijk maken voor iedereen, laagdrempelig en met oog voor het lokale karakter van onze gemeente. We weten dat we op korte termijn financieel gezien niet alles kunnen realiseren van wat we zouden willen, maar we kunnen alvast de basis leggen voor de toekomst en de aanzet geven voor de volgende legislatuur.”