Een sporthal bouwen in Vlaanderen? Dit zijn de uitdagingen …
Financiële uitdagingen
De bouwkosten van gemeentelijke sporthallen blijven hoog door de aanhoudende inflatie in materialen, loonkosten en energieverbruik. Waar projecten in 2020 gemiddeld 3 à 4 miljoen euro kostten, lopen de uitgaven anno 2025 vaak op tot 6 à 8 miljoen euro voor multifunctionele infrastructuur. Gemeenten stellen projecten daardoor soms uit of faseren ze over meerdere legislaturen.
Daarnaast worden striktere aanbestedingsregels en een tekort aan aannemers met specifieke ervaring in sportinfrastructuur als bijkomende knelpunten genoemd.

Een tekort aan aannemers met specifieke ervaring in sportinfrastructuur wordt als knelpunt genoemd
Regelgeving en subsidiëring
Sinds 2025 zijn de bepalingen van het vernieuwde Sportdecreet en het Tewerkstellingsdecreet gedeeltelijk in werking getreden. Deze decreten stimuleren de professionalisering en samenwerking tussen lokale besturen, sportfederaties en onderwijsinstellingen.
Subsidies van Sport Vlaanderen worden pas toegekend na toetsing aan de kwaliteitslabels en toegankelijkheidsnormen (zoals de ISO 21542-norm voor universele toegankelijkheid) en de Kwaliteitslabel Sportinfrastructuur-criteria.
Subsidies voor bovenlokale sportinfrastructuur blijven competitief en worden beoordeeld op basis van:
- duurzaamheid en energieprestaties,
- circulariteit en levenscycluskosten,
- multifunctioneel gebruik en bovenlokale samenwerking.
Een vroege afstemming met Sport Vlaanderen over het labeltraject en de subsidiemogelijkheden is dan ook sterk aanbevolen.
Personeel en exploitatie
Het vernieuwde Tewerkstellingsdecreet (2025) maakt de aanwerving van gekwalificeerd personeel voor sportbeheer en onderhoud complexer, terwijl de energie- en exploitatiekosten stijgen.
Veel gemeenten zoeken daarom samenwerking met scholen, sportclubs of private partners om de bezettingsgraad te verhogen en de hal rendabel te houden. Daarnaast groeit het belang van digitalisering, bijvoorbeeld via gebouwbeheersystemen, energie-monitoring en slimme toegangscontrole, om het onderhoud efficiënter te maken.
Vergunningstraject
De bouw van een sporthal in Vlaanderen verloopt via de omgevingsvergunning, die zowel de vroegere bouw- als milieuvergunning omvat. Gemeenten dienen het dossier digitaal in via het Omgevingsloket Vlaanderen.
Fasen van het traject:
1. Voorbereiding
Het dossier bevat een bouwplan, een milieuluik, EPB-berekeningen, en eventueel een mobiliteitsstudie en toegankelijkheidsadvies. Het ontwerp moet in overeenstemming zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) of gewestplan, en voldoen aan de geldende EPB-eisen. Een advies of labeltraject van Sport Vlaanderen of Inter Vlaanderen is sterk aanbevolen en vaak verplicht voor subsidiëring.
2. Indienen en volledigheidsonderzoek
Na digitale indiening onderzoekt de bevoegde overheid (meestal de gemeente) binnen 30 dagen of het dossier volledig en ontvankelijk is. Eventuele onvolledigheden leiden tot bijkomende vragen of een aanvullingstermijn.
3. Openbaar onderzoek
Bij de gewone procedure volgt een openbaar onderzoek van 30 dagen, waarin burgers bezwaren kunnen indienen. Deze stap is verplicht voor nieuwe gebouwen zoals sporthallen vanwege hun ruimtelijke impact.
4. Advies en beoordeling
Tijdens en na het openbaar onderzoek worden adviezen ingewonnen van onder meer het Departement Omgeving, de milieudienst, de brandweer en eventueel Sport Vlaanderen. De beoordeling houdt rekening met ruimtelijke inpassing, akoestiek, lichtemissie, verkeer en milieueffecten in de omgeving.
5. Beslissing
De vergunningverlenende overheid beslist binnen 105 dagen na de ontvankelijkheidsverklaring. Indien de omgevingsvergunningscommissie tussenkomt, loopt de termijn op tot 120 dagen. In uitzonderlijke gevallen (bv. bijkomend openbaar onderzoek) kan de termijn éénmalig met 60 dagen worden verlengd.
6. Bekendmaking en beroep
De beslissing wordt gedurende 30 dagen aangeplakt. Tijdens die periode kunnen derden beroep aantekenen bij de bevoegde instantie. Pas na afloop van deze termijn mag de bouw effectief starten.

Gemeenten dienen het dossier digitaal in via het Omgevingsloket Vlaanderen
Tijdsduur
In de praktijk duurt het traject gemiddeld 6 tot 9 maanden, afhankelijk van adviezen, bezwaren of aanpassingen. Projecten met MER-screening, archeologisch onderzoek of grote mobiliteitsimpact kunnen oplopen tot een jaar of meer.
Belangrijkste aandachtspunten
- Start tijdig het vooroverleg met Sport Vlaanderen.
- Controleer of het perceel correct bestemd is in het RUP of gewestplan.
- Houd rekening met EPB-, circulaire en toegankelijkheidsvereisten.
- Communiceer proactief met omwonenden om bezwaren te beperken.
- Voorzie voldoende doorlooptijd en budget voor studies en coördinatie.

Investeer in energiezuinige technieken en circulaire materialen
Belangrijkste aanbevelingen
Om de realisatie van een sporthal efficiënter te laten verlopen:
- Combineer het subsidietraject met de vergunningsprocedure om tijd te winnen.
- Overweeg bouwteam- of DBFM-formules (Design–Build–Finance–Maintain) voor kostenbeheersing en risicospreiding.
- Betrek gebruikers, scholen en sportverenigingen vroeg in het ontwerptraject.
- Investeer in energiezuinige technieken en circulaire materialen.
- Monitor de exploitatiekosten via digitale systemen.