Modulair bouwen voor scholen: snel, circulair en toekomstbestendig
Wat is modulair bouwen?
Modulair bouwen houdt in dat grotendeels geprefabriceerde bouwmodules in een fabriek worden geproduceerd, waarna ze op locatie snel worden samengevoegd tot één geheel. De indeling en omvang zijn op maat van de onderwijsbehoeften en evoluties binnen de school, zoals leerlingenaantallen en pedagogische veranderingen.
Modulair bouwen heeft onmiskenbare (technische voordelen):
- Snelle oplevering: het bouwproces kan tot 70% sneller verlopen dan traditionele bouw. Daardoor is tijdelijke huisvesting nauwelijks nodig en kunnen scholen snel inspelen op groei, renovatie of onverwachte situaties.
- Flexibiliteit: modules kunnen eenvoudig uitgebreid, verplaatst of aangepast worden. Dit garandeert dat het gebouw mee evolueert met de school en biedt ruimte voor diverse functies, zoals technische ateliers, praktijklokalen of sportruimtes.
- Duurzaamheid: modulair gebouwde scholen gebruiken circulaire en recyclebare materialen. De modules kunnen na gebruik elders opnieuw worden ingezet. Opties zoals zonnepanelen, ledverlichting en energiezuinige installaties zijn standaard voorzien.
- Comfort: moderne modulaire gebouwen beschikken over hoogwaardige klimaatbeheersing, uitstekende akoestiek en veel daglicht, wat een gezonde leeromgeving bevordert.
- Kostenbeheersing: lagere bouw- en exploitatiekosten, minder bouwafval en verminderde bouwrente zijn belangrijke financiële pluspunten.
Mogelijke nadelen en aandachtspunten
Modulair bouwen is beslist een uitstekend idee, maar er zijn ook een aantal punten die men in overweging moet nemen:
- Beperkte ontwerpmogelijkheden: door standaardisatie kunnen er beperkingen zijn voor architectuur en vormgeving, vooral wanneer unieke esthetische wensen bestaan.
- Kwaliteitscontrole: een strikte planning en coördinatie zijn essentieel. Onnauwkeurigheden in de productie of montage kunnen leiden tot vertragingen of extra kosten.
- Akoestische uitdagingen: ondanks aanzienlijke verbeteringen is geluidsisolatie bij grote open ruimtes een aandachtspunt, al tonen recente projecten aan dat deze goed oplosbaar is.
- Sociale perceptie: modulaire gebouwen worden soms ten onrechte geassocieerd met tijdelijke, minderwaardige “containerklassen”. In de praktijk is de uitstraling modern en aangenaam, mits gekozen wordt voor hoogwaardige materialen en afwerking.
Gefaseerde bouw
Modulaire schoolgebouwen hebben doorgaans een levensduur van 30–50 jaar, afhankelijk van het gebruik en de materiaalkeuze. Het onderhoud is vergelijkbaar met dat van traditionele gebouwen.
Scholen kiezen modulair bouwen zowel voor permanente hoofdgebouwen, als voor uitbreiding en tijdelijke oplossingen bij vernieuwing of capaciteitsproblemen. Gerealiseerde projecten laten een brede inzet zien, van polyvalente ruimtes en klaslokalen tot studentenhuizen en naschoolse opvang. De modulaire technologie maakt gefaseerde bouw mogelijk, wat betekent dat de school meegroeit zonder grote verstoringen in de werking. Circulariteit en hergebruik sluiten bovendien aan bij waardecreatie in het onderwijs. Na gebruik worden modules zorgvuldig gedemonteerd en elders hergebruikt, waardoor het milieu minder belast wordt. De energieprestaties zijn minstens gelijkwaardig aan klassieke bouw, wat op termijn lagere operationele kosten betekent.
Een modulair schoolgebouw moet aan diverse technische eisen voldoen die voortvloeien uit regelgeving, subsidiëring en de functionele behoeften van een moderne leeromgeving
Technische eisen
Een modulair schoolgebouw moet aan diverse technische eisen voldoen die voortvloeien uit regelgeving, subsidiëring en de functionele behoeften van een moderne leeromgeving. Deze eisen zijn grotendeels gelijk aan die voor traditioneel gebouwde scholen, maar vereisen extra aandacht voor specifieke aspecten zoals modulariteit, brandveiligheid, akoestiek en flexibiliteit. Enkele voorbeelden:
1. Ruimte en indeling
- Voldoende oppervlakte per klaslokaal: typisch is minimaal ca. 54 m² voor 18 leerlingen en een leerkracht, vrij van kolommen of dragende elementen.
- Minimaal 2,60 m vrije hoogte in de klaslokalen (vloer tot plafond).
- Minimaal één enkele toegangsdeur en een nooddeur van elk minstens 90 cm breed.
- Aantal en plaatsing van ramen: minstens 3 te openen ramen per lokaal voor voldoende licht en ventilatie.
- Kindvriendelijke stopcontacten, verspreid over de ruimte (minimaal 4 tot 6 per klas).
- Toegang tot wifi via minimaal één punt per lokaal.
2. Klimaat, ventilatie en energie
- Moderne ventilatie met warmteterugwinning, met een debiet tot 700–850 m³/h (ca. 36–45 m³/h per persoon, afhankelijk van de bezettingsgraad) per lokaal, afhankelijk van de grootte.
- Vloer-, wand- of plafondverwarming die per lokaal regelbaar is, met opties voor airconditioning.
- Energiezuinige installaties, vaak met zonnepanelen, en voldoen aan streng energielabel (EPB-eisen).
- Uitstekende thermische isolatie en minimale koudebruggen, zodat comfort en energieverbruik optimaal zijn.
3. Akoestiek en geluidsisolatie
- Specifiek ontwikkelde wandsystemen voor optimale akoestiek en minimale geluidoverlast, zelfs tussen units.
- Voldoen aan normen voor geluidsoverdracht tussen lokalen en naar buiten toe.
4. Brandveiligheid en evacuatie
- Brandwerendheidseisen kunnen variëren afhankelijk van de functie en hoogte van het gebouw (cf. NBN S 21-204-2:2020).
- Brandvertragende materialen (zoals gipskarton, vezelcement of calciumsilicaat).
- Voldoen aan strikte brandwerendheidseisen, bijvoorbeeld EI30 voor buitenwanden en EI60 voor het dak.
- Duidelijke evacuatieroutes, noodverlichting en goed bereikbare nooddeuren.
5. Toegankelijkheid en inclusiviteit
- Volledig toegankelijk voor personen met beperkte mobiliteit: brede gangen en deuren, drempelloze toegang, aangepaste sanitaire voorzieningen.
Modulair bouwen houdt in dat grotendeels geprefabriceerde bouwmodules in een fabriek worden geproduceerd
Wettelijke en subsidievoorwaarden
- AGION hanteert maxima voor de subsidieerbare bruto-oppervlakte per leerling en per onderwijsniveau (lager, secundair, buitengewoon, ...).
- Modulair gebouwde scholen moeten voldoen aan alle relevante Vlaamse normen voor onderwijsinfrastructuur, waaronder de fysische en financiële normen van AGION (zoals maximale bruto-oppervlakte voor subsidiëring en bouwvolume).
Het is aan te raden om voor elk (ver)bouwproject overleg te voeren met de lokale brandweer en een preventieadviseur niveau 1
Brandveiligheids- en vluchtroute-eisen voor modulaire scholen
Voor modulaire scholen gelden strikte brandveiligheids- en vluchtroute-eisen die gelijkwaardig zijn aan die voor traditioneel gebouwde schoolgebouwen. De belangrijkste normen zijn vastgelegd in het KB van 7 juli 1994 (en latere wijzigingen), en specifiek voor scholen gebundeld in de norm NBN S 21-204-2:2020, aangevuld met vereisten aan vluchtroutes, compartimentering en evacuatievoorzieningen.
Brandwerendheid van bouwelementen:
- Structurele hoofdelementen moeten minstens 60 minuten brandweerstand bieden (R60), het dak min. 30 minuten (R30).
- Verticale binnenwanden: minstens EI30 bij één bouwlaag, EI60 bij twee bouwlagen.
- Compartimentering: grote gebouwen worden opgedeeld in kleinere brandcompartimenten, meestal max. 1000 m² per compartiment, volgens NBN S 21-204-2:2020.
Vluchtroutes en evacuatievoorzieningen:
Er moet altijd een veilige en snelle evacuatie gegarandeerd zijn voor het maximale aantal aanwezige personen. Elk lokaal moet minstens twee onafhankelijke vluchtwegen hebben, waarvan de dichtstbijzijnde deur altijd direct naar buiten of naar een veilige zone leidt. Minimale breedte van vluchtwegen is doorgaans 1,20 m, deuren moeten minimaal 90 cm breed zijn. Evacuatieroutes en -deuren moeten helder aangeduid zijn met goed zichtbare pictogrammen en noodverlichting, conform wettelijke normen.
Uitrusting en organisatorische verplichtingen:
- Branddetectie-installaties en een centraal brandalarm zijn verplicht.
- Blusmiddelen op strategische plaatsen (per lokaal/m², volgens regelgeving).
- Een up-to-date brandpreventiedossier, met risicoanalyse, evacuatieplannen, jaarlijkse evacuatieoefeningen, onderhoudsattesten van installaties en rapporten van brandweercontroles.
- Noodplan en interventiedossier verplicht voor de school, inclusief logboek voor periodieke keuringen.
Het is aan te raden om voor elk (ver)bouwproject overleg te voeren met de lokale brandweer en een preventieadviseur niveau 1. De brandweer levert een formeel brandpreventieverslag dat noodzakelijk is voor de vergunningsaanvraag en in geval van inspectie.