Samen school maken
“Onze scholen zijn geen eilanden in een grote stad. Ze kunnen een waardevolle bijdrage leveren aan de wijk en buurtbewoners. Door samen te werken met lokale partners en organisaties spelen we in op gedeelde noden. Het tekort aan gemeenschappelijke ruimte is een vaak terugkerende behoefte. Onze vele schoolgebouwen nemen al veel ruimte in beslag in de stad. Door deze ruimten gezamenlijk in te zetten bouwen we letterlijk mee aan de stad van morgen. Basisschool De Bever is hier een treffend voorbeeld van”, licht Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs toe.
Naar een groene oase
Basisschool De Bever in Antwerpen-Noord kampte met een gebrek aan speelruimte. Ook in de omliggende buurt was er een grote behoefte aan een groene plek.
“Naast de school bevond zich vroeger een steenhandel. Toen dit perceel vrij kwam, zagen we een unieke kans om iets bijzonders te creëren voor zowel de leerlingen als de buurt. Het opgegraven steenafval werd volgens de circulaire bouwprincipes verwerkt in organische muurelementen die de ruimte indelen”, vertelt Peter Denys, ontwerper van de buitentuin.
Door een intense samenwerking tussen de buurt, de stad, de leerlingen en de school kwamen de Bevertuinen, de Bevervallei en het Beverpark tot stand: drie groene oases die zowel dienstdoen als speelplaats voor de leerlingen als als buurtpark voor de gemeenschap.
De kracht van eigenaarschap en verantwoordelijkheid
Bij een dergelijk traject is het essentieel dat iedereen zich betrokken voelt, inclusief de leerlingen en het schoolteam. “De tuinen behoren toe aan de hele school, de leerlingen en ouders, leerkrachten en de omgeving. We vinden het cruciaal om de kinderen te laten begrijpen dat deze buitenruimtes echt van hen zijn. We betrekken hen bij elke fase van het proces, van planning tot uitvoering en onderhoud” aldus Ivo Blom, directeur van De Bever.
Leerlingen aan zet
Volgens Blom voelen leerlingen zich door deze aanpak mede-eigenaar van de groene ruimtes, wat leidt tot een groot respect voor de omgeving en de natuur. “Elk jaar wordt er bijvoorbeeld boomschors geleverd in grote zakken. De leerlingen zorgen er zelf voor dat het schors in hun Bevertuin terechtkomt. Ze geven ook de planten en bomen water en helpen mee met diverse taken, zoals het vlechten van struiken of wilgen en het aanplanten van nieuw groen”, vertelt hij.
“We grijpen ook graag momenten aan om problemen en successen samen met de kinderen te bespreken. Zo vieren we de bloei van een jasmijn, maar leggen we ook uit waarom de wilgenhut bijvoorbeeld te kampen heeft met droogte,” voegt Ivo toe.
Leerkrachten enthousiasmeren
Blom erkent dat het soms een uitdaging is om alle leerkrachten erbij te betrekken. “Ik maak gebruik van het enthousiasme van de leerlingen om hen te overtuigen. Wanneer leerlingen enthousiast zijn over bijvoorbeeld het aanplanten van een fruitboom of het vlechten van wilgen, werkt dat aanstekelijk voor de leerkrachten en soms ook voor de ouders. Zo wordt het een gezamenlijk project”, stelt hij.